Het langspeeldebuut van Willem Wallyn, met in de hoofdrollen Peter Van den Begin en Herbert Flack. Frank speelt een belangrijke bijrol, en op de soundtrack staat de filmmuziek van Dirk Jans.
Terwijl hij zijn vader door een overijverige persmenigte naar de openingszitting van het Agusta-Dassault proces begeleidt, vraagt Willem Wallyn zich af of zijn haar wel goed ligt. Op de trappen van het justitiepaleis ondergaat hij de merkwaardige combinatie van genot, schaamte en medelijden voor zijn vader, die straks naast voormalige ministers, voormalige partijvoorzitters en zelfs een voormalige Navo Secretaris-Generaal op de beklaagdenbank zal zitten. Zijn vader had trouwens ook een functie in de partij, al is het niet erg duidelijk wat. In elk geval was het belangrijk genoeg om in te staan voor occulte geldtransfers. Op hetzelfde moment bereidt televisiejournalist Johannes Van Buren zijn dag voor in de catacomben van het justitiepaleis, waar de sfeer van de grote dagen hangt: overijverige stagairs, buitenlandse reporters, satellietverbindingen. Johannes is rustig: hij drijft op ervaring en op een groot ego. Vooral op dat laatste. Bij zijn interventie in het middagjournaal houdt Van Buren een ethisch pleidooi waarbij hij in één adem Willem Wallyn ridiculiseert. Niet al te erg, een kleine steek omdat de zoon hem geen inside informatie wou geven. Klik voor een grotere versieNa een verbaal duel met Van Buren wil Wallyn wraak nemen op de journalist en slaat hij hem in elkaar om hem te gijzelen tot het einde van het proces. Ondertussen zal hij, samen met zijn vrienden, het verborgen leven van Van Buren analyseren om het aan het door hen gekozen publiek openbaar te maken. Het onderzoek is grondig. Iets te grondig. De zoon komt meer te weten dan hem lief is. Niet echt over de journalist, nee, eerder over zichzelf. En zijn demonen.
Meer info op Flanders image en Internet movie database.